woensdag 29 juni 2016

Zie je (mij) wel? Over de (on)menselijke kanten van dakloosheid


Maandag was ik bij de theatervoorstelling Zie je (mij) wel? over de (on)menselijke kanten van dakloosheid, gemaakt en gespeeld door ervaringsdeskundigen.

Dakloze jongeren kennen hun BSN nummer uit hun hoofd. 'Je BSN - nummer wordt belangrijker dan je naam. Als je dakloos bent, dan raak je alles kwijt. Je uitkering, je spullen en tenslotte zagen ze ook nog aan de poten van je eigenwaarde'.

Het verhaal van Youri
Ervaringsdeskundigen spelen het verhaal van Youri die werkloos wordt. Hij gaat naar het UWV, daarna naar de sociale dienst, maar de instanties verwijzen naar elkaar en hij krijgt geen cent. De schulden stapelen zich op en het komt zover dat Youri dakloos wordt en naar de maatschappelijke opvang moet. De ramp is compleet als dan ook nog zijn rugzak met zijn identiteitskaart wordt gestolen. Voor een nieuwe ID kaart heeft hij geld nodig, dat heeft hij niet. Geen van de instanties kan dat hem voorschieten, zelfs niet als hij een baan kan krijgen. Geen ID, betekent geen baan, geen geld. Bij een uitzendbureau inschrijven lukt sowieso niet - zelfs met ID- Die willen geen mensen die bij de daklozenopvang verblijven.

Niet één pechvogel

Het is een indrukwekkende voorstelling en het verhaal van deze jongere is niet toevallig het verhaal van één pechvogel, maar iets wat regelmatig gebeurt. Instellingen die langs elkaar heen werken en cliënten die daar de dupe van worden. De voorstelling wordt gegeven aan medewerkers van de UWV, de sociale dienst, de gemeente, de Maatschappelijke Opvang. Na afloop van de voorstelling gaan de ervaringsdeskundigen in gesprek met de zaal. En iedereen is het er over eens dat het anders moet. Maar hoe is niet zo duidelijk.

Preventie
Van belang is voorkomen dat mensen uit huis worden gezet. Preventie is een taak voor de wijkteams, maar die zijn overbelast en komen niet aan preventie toe. Een verbod op huisuitzettingen? Dat lijkt idealistisch, maar dat is het niet als je de kosten van rechtszaken en maatschappelijke opvang meerekent. Ik hoorde vorig jaar over een jeugdzorgaanbieder die voor een gezin met jonge kinderen dat dakloos dreigde te worden de schuld van dat gezin betaalt heeft. De hoogte van de schuld stond in geen verhouding met de kosten van de opvang van het gezin. 'Ja, straks gaat iedereen dat doen', is de tegenreactie. 'Straks betaalt niemand meer de huur. We moeten één lijn trekken.'


Zie je mij wel?

Eén lijn trekken? Dat is nou precies wat we niet moeten doen. Instellingen zijn gevangen in regels en protocollen en kijken niet meer naar de mens die voor hen staat. Zie je mij wel? is niet voor niks de titel van het theaterstuk. De oplossing is maatwerk. Medewerkers van organisaties moeten de ruimte krijgen om te doen wat nodig is. Samenwerking met andere organisaties en creatief denken, doorbraakprojecten opzetten en een potje reserveren voor uitzonderlijke situaties. Doen wat nodig is om mensen te helpen en er voor te zorgen dat het niet van kwaad tot erger wordt.

woensdag 22 juni 2016

Opgroeien met kleerscheuren: levensverhalen als input voor beleid



Voor een effectief jeugdbeleid is het nodig de verhalen te kennen van de jongeren waar het beleid zich op richt. Daarvoor is het belangrijk dat beleidsmakers in gesprek gaan met kinderen en jongeren en kennis nemen van de lastige situatie waarin sommige jongeren opgroeien.

Eind mei was ik op een expertmeeting georganiseerd door het ministerie van VWS over jeugdparticipatie in gemeenten. Op deze expertmeeting deed een onderzoeker van het Verwey-Jonker instituut verslag van de resultaten van een enquête onder gemeenten over jeugdparticipatie. Uit dit onderzoek blijkt dat gemeenten jeugdparticipatie structureel willen verankeren en op zoek zijn naar handvatten om dat te realiseren.
Op deze middag zijn ook een aantal ‘best practices’ gepresenteerd. De succescriteria zijn:
• in gesprek gaan met jongeren
• echt luisteren
• samenwerken met jongeren bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid

Cool
Om in gesprek te gaan met jongeren hoef je echt niet ‘cool’ te zijn, vertellen jongeren. Zolang je maar jezelf bent en je niet ‘hoger’ opstelt.
Een jongere vertelde me over een rondetafelgesprek met wethouders waar hij laatst aan deelgenomen had. Ter voorbereiding van het gesprek hadden de jongeren een aantal casussen beschreven om te bespreken. In het rondetafelgesprek zei een van de wethouders: ‘Met deze casus hebben jullie wel erg overdreven, dit soort dingen gebeurt gewoon niet’. ‘Nou’, zei het meisje dat naast de wethouder zat, ‘deze dingen gebeuren wel, het is namelijk mijn levensverhaal.’

Overlastgevende jongeren

Veel wethouders, beleidsmedewerkers, docenten, weten niet wat jongeren daadwerkelijk meemaken. Soms zien ze alleen het moeilijke gedrag. Ze spreken over ‘overlastgevende jongeren’ en kennen het verhaal erachter niet. Dat wil niet zeggen dat we jongeren niet mogen aanspreken op hun gedrag. Maar het helpt wel als je begrijpt waar dat gedrag vandaan komt. Het geeft inzicht in wat kan helpen en welk beleid effectief kan zijn.
Ik kan daarvoor aanbevelen het boek ‘Opgroeien met kleerscheuren‘* eens te lezen. Het is geschreven door Janny van Heerbeek (gedragswetenschapper) en Paul Vreeken (jeugdhulpverlener), beide werkzaam bij Stek Jeugdhulp voor het programma Time-4-You, een programma waarbij ambulante hulpverleners onderdeel uitmaken van de zorgstructuur van Mbo-scholen. In deze publicatie vertellen 25 jongeren hun verhaal. Verhalen over geweld, misbruik, pesten, vluchten uit een vreemd land, ziektes van henzelf of hun ouders, adoptie, jong moeder worden, verslavingen enzovoorts. Maar ook wat hen deed besluiten de toekomst in eigen hand te nemen en weer naar school te gaan of door te zetten en een diploma te halen.

Input voor beleid
Het is van belang om in gesprek te gaan met jongeren omdat, zoals een van de jongeren in de publicatie zo treffend zegt, ‘mensen worden gevormd door wat ze meemaken. Kijk dus ook naar hun geschiedenis voordat je iemand beoordeelt’. De verhalen maken duidelijk waar beleid zich op moet focussen. Zo blijkt bijvoorbeeld hoe belangrijk onderwijs is. De ervaringen van de jongeren onderstrepen de noodzaak om hulp en onderwijs te combineren om daarmee jongeren weer op de rit te krijgen. Daardoor leren betrokkenen het hele verhaal van de jongere kennen en alleen dan kan goede en passende scholing en begeleiding plaatsvinden.
Beleid dat samen met cliënten wordt gemaakt, op basis van de levensverhalen van jongeren, komt de kwaliteit van dat beleid ten goede. Het sluit aan op wat nodig is en niet alleen op wat men denkt dat nodig is.
Heb jij een goed voorbeeld hoe verhalen van jongeren beleid hebben beïnvloed?

*Zie:http://www.stekjeugdhulp.nl/nl/nieuws/2016/05/boekpresentatie-opgroeien/233

Deze blog is eerder gepubliceerd op Kennisnet Jeugd