dinsdag 26 januari 2016

Liefde zonder vlinders



Vanaf vandaag is er een hulplijn voor slachtoffers van seksueel geweld die 24 uur per dag bereikbaar is. Op 0800-0188 neemt de meldkamer van het Centrum Seksueel Geweld de telefoon op en brengt het slachtoffer in contact met het dichtstbijzijnde centrum (Volkskrant 26 januari 2016). Een stap vooruit bij de aanpak van seksueel geweld.

21 weken
In het boek liefde zonder vlinders pleit Merel van Groningen er voor contact op te nemen met een Centrum voor Seksueel Geweld als je verkracht of aangerand bent. Uit onderzoek onder 323 meisjes tussen de 12 en 25 jaar die zich na een eenmalige verkrachting bij het UMC Utrecht meldde, blijkt dat het gemiddeld 21 weken duurt voor ze voor het eerst over deze ervaring praten. Het vaakst doen ze dat met een vriend(in). Slachtoffers die binnen een week er over durven te praten (59% van het totaal) gaan twee tot 3 keer vaker naar de politie of de dokter. Degenen die langer dan een week nodig hebben, bleken vaak jonge pubers die door een bekende waren verkracht.

Liefde zonder vlinders
Merel weet waar ze het over heeft, zelf was ze slachtoffer van een loverboy. Nu geeft ze voorlichting op scholen en hoort daar talloze schrijnende verhalen. In haar boek lees je de verhalen van slachtoffers van seksueel misbruik, eerwraak, loverboys, ruilseks om pesten te voorkomen, sexting, jongensprostitutie, verkrachtingen door foute vriendjes enz. Overeenkomst in alle verhalen is de schaamte, het schuldgevoel van slachtoffers en het idee dat alleen 'domme' meisjes zoiets overkomt. Ook zie je hoe ouders vaak niet in staat zijn bescherming te bieden omdat slachtoffers uit angst of schaamte liegen, ouders uit wanhoop strenger worden, niet in gesprek gaan, daardoor meer afstand creëren, het slachtoffer zich niet begrepen voelt en precies doet waar ouders zo bang voor zijn.

Voor ouders en jongeren

Door de toegankelijke manier waarop het boek is geschreven is het een aanrader voor ouders en voor jongeren. Want naast de verhalen en de visie van Merel, komen ook de politie, hulpverlening, school, voorzitter van de commissie aanpak meisjesslachtoffers/ mensenhandel en een kamerlid aan het woord.

Communicatie
Het belangrijkste advies uit het boek is communicatie. Voor slachtoffers: praat erover, zoek contact met iemand die je kan helpen. Voor ouders geldt hetzelfde, maar praat ook met je kinderen over seks, waar zijn ze mee bezig, wat doen ze op internet? En dan niet alleen verbieden, want dan eindigt het gesprek, toon interesse, laat zien dat je er ook bent als het moeilijk is of als ze iets doms gedaan hebben. Want wie heeft er nog nooit iets doms gedaan? En dan is het fijn als je ouders er toch voor je zijn.


woensdag 6 januari 2016

Zelfregie van cliënten en van professionals



Met de transitie van de Awbz naar Wmo, de Participatiewet en de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten zijn organisaties op zoek naar nieuwe manieren van werken. Het gaat niet alleen om de transitie, maar vooral om de transformatie van de zorg.

Doel transitie
De stelselwijzigingen zijn erop gericht dat (www.Movisie.nl)
- mensen sneller geholpen worden bij hun zorg- of ondersteuningsvragen;
- mensen zorg en ondersteuning krijgen die zo nauw mogelijk aansluit op hun persoonlijke (thuis)situatie, mogelijkheden en netwerk;
- mensen die anderen zorg of hulp (willen) bieden, daarvoor alle ruimte en steun krijgen;
- de omvang en de kosten van de verzorgingsstaat beperkt worden.
Dat vraagt om een andere manier van organiseren. Geen hiërarchie, bureaucratie, strakke protocollering; maar anders denken over professionaliteit en aansturing van organisaties. Daarbij is zelfregie een belangrijk vernieuwend thema, zowel voor cliënten als professionals. Dat zien we bijvoorbeeld terug in zelfsturende teams, de Eigen Kracht Beweging, zelforganisaties van burgers en cliënten en initiatieven zoals als buurtzorg, broodfondsen.

Zelfregie terug in het werk
Op 15 oktober nam ik deel aan het ochtendsymposium Verandering en bezieling in tijden van transities dat georganiseerd werd in het kader van de publicatie Zelfregie terug in het werk. geschreven door Gerard Donkers in samenwerking met Ineke Gualthérie van Weezel, Nelly Labrie en Ans Spexgoor. Ik was benieuwd naar de publicatie en wat zij te vertellen hadden.
De maatschappelijke ontwikkelingen en de toegenomen complexiteit van de samenleving stellen ons voor nieuwe opgaven. Wat nodig is, is een andere opvatting van professionaliteit: vraaggericht, activerend, ondersteunen en faciliteren van het vermogen van cliënten om te veranderen, verleiden tot zelfsturen, participatie en co-creatie.
Maar in de praktijk zien we onteigening van zelfregie door uniforme systemen, standaard procedures en de nadruk op evidence based werken, terwijl tegelijkertijd wel meer zelfredzaamheid en actieve inzet van cliënten verwacht.

De professional en de cliënt als veranderkundige

We moeten op zoek naar een benadering die recht doet aan de zelfregie van mensen en aan de complexiteit van mens en samenleving. Donkers pleit voor een model van organiseren waarin rekening wordt gehouden met gedrag, persoon en omgeving. Dit is in de publicatie uitgewerkt in de 9 basiscompetenties en basiscondities van zelforganiseren (voor zowel professionals als cliënten). Belangrijk punt daarin is dat veranderen niet alleen top-down gaat maar ook van onderop op een manier van samen denken en samen ontwikkelen. De professional en de cliënt als veranderkundige. Zelfregie vraagt daarom om een vraaggerichte, dialogische benadering.

Zelfsturende teams

Met ontslaan van het management en gaan werken met zelfsturende teams ben je er nog niet. Teams hebben niet zozeer behoefte aan hiërarchische aansturing, iemand die het beter weet, maar wel aan ondersteuning, facilitering, coaching,iemand die kritische vragen stelt, dialoog en reflectie.
Daarbij is het van belang doel georiënteerd te werk te gaan, maar niet via een vooraf sterk gestructureerde en gefaseerde aanpak. Zorg ervoor dat het algemene hoofddoel duidelijk is maar wees soepel in de weg hoe je het wil bereiken. Doelgericht werken is dus geen lineair en blind op je doel afgaan, maar een persoon en context gerelateerd handelen dat zich via omwegen voltrekt in goede afstemming met personen en omgeving.

Wijkteams
Denk bijvoorbeeld aan de wijkteams. Toetsing van de doelmatigheid van het handelen van de wijkteams vraagt om een evaluatie waar gekeken wordt naar gedrag en de persoon van professionals, cliënten, de context van het wijkteam en de wijksituatie in relatie tot de activiteiten van het wijkteam. Kwalitatief onderzoek is daarvoor nodig.

Vraaggerichte, dialogische benadering
De publicatie 'Zelfregie in het werk' is niet iets waar je makkelijk een recht toe rechtaan samenvatting kunt geven. Daarvoor is het te complex, Donkers snijdt zoveel verschillende aspecten van het thema zelfregie aan, bespreekt tal van theorieën en wetenschappelijk inzichten en haalt een veelheid aan deskundigen aan. Wat ik vooral sterk vind is dat het zowel over organiseren als over hulpverlenen gaat en dat hij die twee concepten met elkaar verbindt, dat hij duidelijk maakt dat cliënten en professionals ook sturen, dat zowel gedrag, persoon als omgeving van invloed zijn op veranderen en dat het belangrijk is doelgericht te werken, maar vooral flexibel te blijven in de weg daar naar toe en dat op een vraaggerichte dialogische manier met cliënten en professionals vorm te geven.
Dat geeft inspiratie voor de transformatie. Wie nog meer?