maandag 29 oktober 2012

Gevaarlijke relaties, tips van ervaringsdeskundigen


45% van alle Nederlanders tussen de 18 en 70 jaar is ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld als kind, partner of ouder. Naar schatting 200.000 mensen worden jaarlijks slachtoffer van evident, ernstig huiselijk geweld. De belangrijkste vorm van huiselijk geweld is partnergeweld. Cijfers die er niet om liegen en daarom is het van belang hier oog voor te hebben. Ook dit jaar is er weer een publiekscampagne die aandacht besteed aan huiselijk geweld ‘Een veilig thuis. Daar maak je je toch sterk voor?’ Gestimuleerd wordt actie te ondernemen,want geweld stopt nooit vanzelf.

Maar hoe voorkom je nou dat je in zo'n situatie terechtkomt? Waar moet je opletten en welk advies kun je vrouwen geven die keer op keer in een gewelddadige relatie terechtkomen?
In de vrouwenopvang waar vrouwen heengaan om huiselijk geweld te ontvluchten, worden regelmatig groepen georganiseerd met als doel om het inzicht in partnerkeuze te vergroten, sterker te worden en zich meer te richten op hun eigen leven. Onderdeel van zo'n groep is ook het in kaart brengen van signalen van (toekomstige) 'foute' partners.

Zij maakten de volgende lijst van signalen:
Als hij jaloers is als je naar anderen kijkt
Als hij je controleert
Als hij weinig vertrouwen heeft in jou en in andere mensen
Als hij vindt dat hij de baas is
als hij snel boos is als je je niet gedraagt zoals hij wil
Als hij te aardig is, overweldigend
Als hij je wil isoleren
Als hij je telefoon controleert
Als hij vindt dat je hem dankbaar moet zijn
Als je geen fouten mag maken van hem
Als hij achterdochtig is
Als hij je klein wil houden en nare boodschappen geeft over wat hij van je vindt
Als hij onvoorspelbaar is.

Een relatie is iets wat je hebt met z'n tweeën en misschien nog wel interessanter zijn de signalen die de vrouwen verzamelden over waar je op moet letten bij jezelf.

Het is niet goed :
Als je steeds excuses moet maken naar hem
Als je steeds moet opletten in wat voor bui hij is
Als je gestopt bent met je eigen mening te zeggen
Als je dingen voor jezelf moet houden, je niet met hem kunt praten over dingen die voor jou belangrijk zijn
Als je hoopt dat hij verandert
Als je je grenzen niet kunt stellen
Als je je contacten met familie/vrienden beperkt voor hem
Als je steeds op je tenen moet lopen
Als je ziet dat je je steeds meer op hem richt en jezelf wegcijfert
Als je bang voor hem bent
Als je merkt dat de relatie niet meer gelijkwaardig is.

Steeds duidelijker is dat huiselijk geweld iets is dat beide partners (ongewild) in stand houden. Wellicht zijn deze signalen een eyeopener voor mensen die in zo'n situatie zitten en een stimulans om de relatie te beëindigen of hulp te zoeken.

maandag 15 oktober 2012

Opvang in zelfbeheer 'Nu leef je zelf'




In de reguliere opvang word je geleefd. Nu leef je zelf’ (bewoner zelfbeheerde voorziening)

Op 8 oktober was ik op het Symposium 'Nu leef je zelf' over opvang in zelfbeheer georganiseerd door het Trimbosinstituut. De middag vond plaats in de Nieuwe Energie in Leiden, het gebouw waar ook de dag en nachtopvang van de Binnenvest gevestigd is, niet toevallig want de Binnenvest wil misschien ook met zelfbeheer starten. Naast hulpverleners, management en cliëntenraden waren ook bewoners en ondersteuners van Je Eigen Stek-Amsterdam, NoiZ-Utrecht en NuNN-Nijmegen - drie voorzieningen in zelfbeheer - aanwezig om verslag te doen van hun ervaringen. Dat maakte dat het een heel interessante middag werd.

De bijeenkomst begon met een filmpje waarin we werden rondgeleid in de zelfbeheervoorzieningen in Amsterdam, Utrecht en Nijmegen.
Daarna kwamen de bewoners en ondersteuners van Je Eigen Stek (JES)aan het woord.
Bij JES in Amsterdam wonen 16 personen in zelfbeheer. De bewoners nemen alle beslissingen in de vergadering en doen verder ook alles zelf. Ze worden hierbij begeleid door 2 ondersteuners. Wel worden eisen gesteld aan bewoners: je mag geen ernstige verslaving of psychiatrische problemen hebben en moet enigszins zelfredzaam zijn. De instroom wordt geregeld vanuit HVO Querido.
Bij NoiZ in Utrecht kunnen gasten, zoals ze dat daar noemen, doorstromen naar de functie van beheerder. Er werken 14 beheerders. Zo was het hoofd van de huishoudelijke dienst voorheen gast en beheerder. Hierna hoopt hij een eigen woning te krijgen. Voordeel is dat beheerders weten wat het is om gast te zijn en daarnaast kunnen ze in de functie van beheerder ervaring opdoen die ze later kunnen gebruiken bij terugkeer in de 'echte' maatschappij. Volgens NoiZ werkt de functie van beheerder goed omdat de kennis van de professional en de cliënt hier samenkomt en men kan leren van elkaar.
De NuNN in Nijmegen bestaat al 17 jaar. Ze hebben 24 bedden en ondersteuners die bgeleiden. Ook zij werken met een systeem waarbij gasten beheerder kunnen worden. Beheerders krijgen een woning via het RIBW en draaien diensten op de NuNN.

'De NuNN doet een hoop dingen voor mij en ik doe zoveel mogelijk voor de NuNN'
'De vergadering is belangrijk binnen het zelfbeheer'
'Het is anders want het wordt gerund door lotgenoten, je zorgt voor elkaar'
waren uitspraken waarmee bewoners en beheerders het belang van zelfbeheer onderstreepten.

Daarna was Matthijs Tuynman, onderzoeker bij het Trimbos instituut aan het woord. Hij onderstreepte het belang van zelfbeheer. Zelfbeheer is van belang voor vernieuwing van de zorg. Het sluit aan op de herstelgerichte benadering. Mensen kunnen meer dan je denkt. De resultaten zijn bemoedigend. Elk jaar stromen mensen uit, de mogelijkheden van participatie van bewoners binnen de voorzieningen zijn positief en het is goedkoper.
Enkele voorwaarden voor succes:
- de verantwoordelijkheid ligt bij de groep
- beslissingen worden gezamenlijk in de vergadering genomen
- ondersteuning door begeleiders die zich gelijkwaardig opstellen en het niet overnemen
- uitstroommogelijkheden met behoud van sociale steun
- netwerk en pleitbezorgers om zelfbeheer op te zetten

Vervolgens kwam Max Huber van de Hogeschool Amsterdam aan het woord. Ook hij benadrukte dat de overkoepelende voorziening die zich zo min mogelijk moet bemoeien met de zelfbeherende voorziening. Natuurlijk wordt in het begin de kas vaak gestolen en dan zorg je ervoor dat er niet zoveel in zit. Maar uiteindelijk zijn ze zelf verantwoordelijk. Zelfbeheer zorgt ervoor dat mensen sneller zelfredzaam worden.

De middag werd afgesloten met een discussie van de bestuurders verantwoordelijk voor zelfbeheer uit Amsterdam, Utrecht en Nijmegen.
Wat tips voor de Binnenvest In Leiden:
- gewoon doen, wees bescheiden in je opstelling, laat ze het zelf doen
- overal worden fouten gemaakt en leg er niet teveel nadruk op
- sluit aan op de kracht van mensen op hun zelfredzaamheid
- werk met ondersteuners en maak gebruik van ervaringsdeskundigen (beheerders)

Wethouder Roos van Gelderen van de gemeente Leiden was in ieder geval enthousiast:
'Laten we ophouden met praten en het doen in Leiden'.
De eerste stap is gezet, hopelijk komt er snel ook een voorziening voor zelfbeheer in Leiden.

maandag 1 oktober 2012

Krachtwerk, Herstelwerk en Strengths Model, wat is nieuw?


De laatste tijd worden in Nederland een aantal nieuwe basismethodieken ingevoerd, Krachtwerk in de vrouwenopvang, Herstelwerk in de maatschappelijk opvang en het Strengths Model in de psychiatrie. Wat is nieuw aan deze methodieken en wat zijn de overeenkomsten en verschillen?

Al deze methodieken zijn gebaseerd op het Strength model dat in de Verenigde Staten is ontwikkeld door Saleeby en Rapp & Goscha en hoewel iedere methodiek er een eigen draai aan gegeven heeft, werken ze met vergelijkbare instrumenten en gaan uit van vergelijkbare principes. Zo werken al deze methodieken met zogenaamde krachteninventarisaties. Niet de problemen van de cliënt staan centraal, maar de krachten en het gaat erom om deze krachten te verzamelen en vast te leggen. Focus op individuele krachten en niet op tekortkomingen is dan ook één van de basisprincipes van deze methodiek. Dit kan tot bijzondere inzichten leiden. Zo vond een hulpverleenster bij een cliënt die verbleef in de daklozenopvang wel veertig krachten. Het gaf haar een heel andere kijk op op deze vrouw, maar ook voor de vrouw zelf was het een bijzondere ervaring en het bood nieuwe mogelijkheden om de begeleiding vlot te trekken. Een ander principe van deze methodiek is dat cliënten het vermogen hebben te herstellen. Hoe slecht het ook met iemand gaat, niemand is hopeloos verloren. Het is aan de hulpverlener om de kracht van de cliënt aan te boren, motivatie is geen voorwaarde maar een effect van de hulp. De methodiek legt er ook de nadruk op dat de relatie tussen hulpverlener en cliënt het meest werkzame ingrediënt van de hulpverlening is. Dat wisten we natuurlijk al langer, maar het is mooi dat het ook nog eens door deze evidence based en practice based methodieken wordt bevestigd. De werkrelatie is primair en essentieel is daarmee een derde basisprincipe van de methodiek. Ook heeft de cliënt de regie over de begeleiding . Dus niet de hulpverlener bepaalt waar aan gewerkt gaat worden, maar de cliënt. Het gaat erom erachter te komen wat de cliënt echt wil, wat zijn passie is, waar hij/zij echt voor wil gaan. En het is niet aan de hulpverlener om te bepalen of dat een realistisch perspectief is, maar om met de cliënt te kijken wat de eerste stap in die richting kan zijn. Deze stappen worden vastgelegd in een (actie)plan, dat een soort werkagenda is voor de cliënt. De hulp wordt daardoor heel concreet en doelgericht voor zowel cliënt als hulpverlener. Hulpverleners werken daarbij zoveel mogelijk in de natuurlijke omgeving van de cliënt, dus ze gaan zoveel mogelijk bij cliënten thuis op bezoek in plaats van ze op kantoor uit te nodigen en maken gebruik van de mogelijkheden die de omgeving, zoals de buurt en het netwerk van de cliënt te bieden heeft, vanuit het laatste principe dat de samenleving rijk aan hulpbronnen is.
Ook werken alledrie deze methodieken met gestructureerde team(kracht)besprekingen, waarbij hulpverleners vragen kunnen inbrengen die voortkomen uit het werken met cliënten. De krachteninventarisatie is de basis van de bespreking en andere teamleden worden gestimuleerd creatieve oplossingen te vinden om de begeleiding weer op gang te brengen. Niet de oorzaak van problemen wordt geanalyseerd, maar de aandacht gaat naar oplossingen en naar wat werkt bij cliënten.
Al met al een frisse krachtgerichte wind die door Nederland waait, die zeker voor veel Nederlanders wennen is omdat we toch meer gericht zijn op wat fout gaat dan op wat goed gaat en makkelijker kritiek geven dan complimenten, maar eigenlijk is het niets nieuws dat het beter is om mensen aan te spreken op wat ze wel kunnen dan op wat ze niet kunnen. Niets nieuws, maar effectief en daar gaat het om.