maandag 25 juni 2012

Afsluiting van de hulp: wanneer is de hulp goed genoeg?


De meeste hulpverleners in de jeugdzorg gaan binnenkort op vakantie en dat is een goed moment om eens te kijken of het doel van de hulp aan het kind/gezin al is bereikt en gedacht kan worden aan de afsluiting ervan. Nou zien hulpverleners altijd wel doelen die nog bereikt kunnen worden, maar in tijden van bezuinigingen en wachtlijsten is het belangrijk om te kijken of de hulp 'goed genoeg' is en voldoende voor de jongere of het gezin om op eigen kracht en met behulp van het netwerk verder te gaan.
Om daar helderheid over te hebben is het noodzakelijk bij de start van de hulp vast te stellen wat het perspectief van de hulp is voor wat betreft de woonplek, school en/of vrije tijd. Als vanaf het begin doelgericht gewerkt wordt aan het perspectief is het ook eenvoudiger vast te stellen of het doel van de hulp is bereikt en de hulp 'goed genoeg' is. Als het perspectief nog niet bereikt is, is de vraag of het perspectief realistisch is of bijgesteld moet worden en wat nodig is om het perspectief te bereiken. Welke hulp moet worden ingezet en wat is de tijdsplanning?
Als het perspectief bereikt is, is om te bepalen of de hulp 'goed genoeg' is een tweede check de veiligheid. Is het kind veilig en/of zijn er voldoende waarborgen en afspraken in gebouwd dat de veiligheid van het kind gegarandeerd is? Als de veiligheid gegarandeerd is, is de volgende check het oordeel van de cliënt. Vindt de cliënt de hulp voldoende? De inzet van de cliënt is essentieel bij de hulp dus ook om te bepalen wanneer de doelen bereikt zijn. Tenslotte is er nog het oordeel van de hulpverlener. De hulpverlener kan adviseren nog even door te gaan, maar moet daar een duidelijke reden voor geven en de cliënt daarvan overtuigen.
Belangrijk is om niet te lang door te gaan en tijdig een plan voor afbouw en nazorg op te stellen en het netwerk van de cliënt daarbij te betrekken. Want het is natuurlijk maar wat motiverend om van de hulpverlener te horen wat er allemaal bereikt is en samen te kijken hoe het kind en het gezin op eigen kracht met hulp van het netwerk verder kan. Dat het net als in andere gezinnen niet probleemloos, maar goed (genoeg) gaat.

woensdag 6 juni 2012

Hoe beoordeel je of een kind veilig is?


Veiligheid is het adagium in de jeugdzorg. De cliënt heeft de regie in de hulpverlening, behalve als het kind niet veilig is, dan moet worden ingegrepen. Maar hoe beoordeel je of een kind veilig is?
De veiligste plek is voor de meeste kinderen thuis. Met ouders die hen beschermen en zorgen dat kinderen zich kunnen ontwikkelen. Soms zijn ouders daar niet toe in staat. Door psychiatrische problemen, verslavingen, trauma's of andere oorzaken zijn deze ouders niet in staat hun kinderen goed te verzorgen en te beschermen en worden kinderen verwaarloosd en soms ook mishandeld of misbruikt.
Maar ja, dat zie je meestal niet aan de buitenkant. Ouders gaan de vuile was niet buiten hangen, en zeker niet als jeugdzorg op de stoep staat. Dus het blijft een beetje gissen hoe het staat met de veiligheid. Er zijn wel risico-inventarisatie instrumenten zoals bijvoorbeeld de LIRIK (Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid, zie website Nederlands Jeugdinstituut), maar geen van deze instrumenten is waterdicht. Het professionele oordeel van de hulpverlener, gecombineerd met intuïtie over wat pluis en niet pluis is, is even belangrijk en dat maakt het nou net zo lastig. Het is geen rekensom met een goede of foute uitslag.
Je kunt kinderen ook niet voor de zekerheid uit huis plaatsen. Een uithuisplaatsing is voor kinderen en ouders een traumatische ervaring. En in de leefgroep of een pleeggezin zijn kinderen ook niet altijd veilig. Kinderen die thuis wel eens klappen kregen, zeggen achteraf soms dat ze liever thuis gebleven waren omdat ze zich daarna in de nieuwe, onbekende situatie nog onveiliger en ellendiger voelden. Dat pleit ervoor om met behulp van de methode 'signs of safety' stevig in te zetten op het maken van een veiligheidsplan met gezinnen met een veiligheidsrisico (zie mijn blog van 4 april 2011). Een plan zo dat het kind veilig thuis kan blijven. Om niet voor de zekerheid, maar in uitzonderingsgevallen - als het niet lukt om samen met ouders en het netwerk een plan te maken - kinderen in het kader van de veiligheid uit huis te plaatsen. Want zowel thuis als in een instelling of pleeggezin kan de jeugdzorg de veiligheid van kinderen niet voor 100% garanderen. 100% veiligheid is een illusie.