over nieuws, discussies en publicaties in zorg, welzijn en onderwijs
donderdag 14 april 2016
Jong beginnen voor effectieve jeugdhulp
Op 5 april ben ik naar Assen afgereisd voor het symposium Onderzoek de jeugdhulp! georganiseerd door Accare. Op dit symposium werden inzichten uit onderzoek gepresenteerd die een bijdrage moeten leveren aan de effectieve jeugdhulp. Ik was benieuwd en werd niet teleurgesteld.
Braafheidsbevorderende medicatie
De inleiding van de dag werd gedaan door Pieter Hoekstra, kinderpsychiater en hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie, die ons in vogelvlucht meenam door het onderzoeksprogramma dat Accare uitvoert. Zo vertelde hij bijvoorbeeld over de resultaten van ADHD onderzoek. Uit een dubbelblind onderzoek blijkt dat na 2 jaar medicatie voor ADHD niet meer effectief is. En dat terwijl veel kinderen langer dan 2 jaar medicatie krijgen en je je kunt afvragen of al die kinderen die de diagnose ADHD krijgen dat ook wel terecht krijgen. Volkskrant 11 april: ouders die door school onder druk gezet worden hun kind, lastpak in de klas, ritalin of andere braafheidsbevorderende medicatie te geven.
Pieter Hoekstra pleit dan ook bij ADHD naast -indien nodig- medicatie oudertraining te geven zodat ouders leren omgaan met het gedrag van hun kind.
Ouders en kinderen veranderen elkaar
Een heel interessant verhaal kwam van Maaike Nauta, GZ psychologg en cognitief gedragstherapeut, over hulp aan kinderen met angststoornissen. 10 - 15% van de kinderen heeft daar op zo'n manier last van dat het beperkingen geeft in het functioneren. Niet behandelen/negeren is een slechte keuze, want het leidt dit op de langere termijn tot depressies, sociale angst en/of middelengebruik. Bovendien zijn er programma's die effectief zijn bij 70% van de kinderen. Een voorbeeld van zo'n programma is de dappere kat (zie http://www.dapperekat-online.nl/ ) geschikt voor kinderen en jongeren van 8 tot 18 jaar. Verder doen ze onderzoek in hoeverre de behandeling wel of niet effectiever wordt als ouders betrokken worden bij de behandeling. Want idee is dat overbeschermende ouders misschien angstige kinderen krijgen. Wat blijkt: gezinsbehandeling is niet effectiever. Kindgerichte therapie is effectief , maar ouder therapie is net zo effectief. M.a.w. cognitieve therapie is effectief en het maakt niet uit of je de ouders of het kind behandeld, want ze veranderen elkaar.
Jeugdzorg is geen kostenpost, maar een opbrengstenpost
Een andere invalshoek werd belicht door Jochem Mierau, universitair hoofddocent aan de faculteit Economie en bedrijfskunde in Groningen. De vraag die voorlag was of zorg een goede investering is. Jochem doet onderzoek naar de economische gevolgen van gezondheid en andersom naar hoe gezondheid invloed heeft op de omgeving. Zo vertelde hij bijvoorbeeld dat als je succesvolle interventies wil doen, je dat bij voorkeur bij kinderen tussen de 0 en 6 jaar moet doen, dat heeft zeer positieve effecten en dat interventies bij 16+ weinig effectief zijn. Investeren in hulp aan gezinnen. Zoals bekend maakt armoede dat ouders minder gezonde keuzes maken. Dat is weer van invloed op de gezondheid van de kinderen op latere leeftijd. En bijvoorbeeld tienermoeders zijn vaak meisjes uit multi-problem gezinnen met lagere opleidingskansen. Door een interventie kan het levenslange traject veranderen. Als je vroeg begint en dat goed doet, beïnvloedt het het hele leven. Daarmee is de jeugdzorg geen kostenpost, maar een opbrengstenpost met grote maatschappelijke baten.
Depressie heeft een sterk erfelijke component
Tenslotte hield Robert Schoevers, hoogleraar en hoofd afdeling psychiatrie in het UMCG, een verhaal over depressie. 24% van de vrouwen en 13% van de mannen heeft er last van en als je het eenmaal gehad hebt is er 50% kans op terugval. Depressie heeft een heel sterke relatie met allerlei lichamelijke ziektes. Er is een sterke erfelijke component. Kinderen van ouders met angststoornissen en depressie krijgen hebben op hun 20e in 38% van de gevallen ook ook last van angsten en depressies en op hun 35e zelfs in 65% van de gevallen. 23 % van de jongeren meldt zich bij de GGZ met klachten. Risicofactoren zijn: vermoeidheid, hoog BMI, vrouw, moeder met depressie en (psychisch) afwezig ouders. Wanneer we in preventieve zin iets willen doen moeten we jong beginnen, klachten serieus nemen en risicofactoren kennen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten