maandag 28 november 2011

Terug naar Oude Pekela


Kort geleden kreeg ik de publicatie Terug naar Oude Pekela Margalith Kleijwegt toegestuurd. In 1987 speelde in Oude Pekela de eerste grote zedenzaak, die ons land wekenlang in de greep hield. In die tijd was ik werkzaam als coördinator van het Samenwerkingsverband tegen seksueel geweld in Leiden en ik kan me de zaak nog goed herinneren. Tientallen kinderen zouden door kinderlokkers zijn meegenomen. Men had nog geen ervaring met het verhoren van kinderen, het ondersteunen van ouders en het buiten de deur houden van de media en door een onhandige aanpak liep de boel volledig uit de hand. De zaak werd steeds groter en later waren het weer clowns die kinderen meegenomen hadden. Het onderzoek liep op niets uit en een dader is nooit gevonden.
In deze vlot geschreven publicatie, een jubileum uitgave van uitgeverij Balans, gaat de schrijfster, journalist bij Vrij Nederland sinds 1985, terug naar Oude Pekela. Kleijwegt spreekt met de betrokkenen uit die tijd en duidelijk wordt dat de situatie diepe sporen heeft nagelaten in het dorp. Ouders en deskundigen, waaronder huisartsen en professor Mik, werden niet geloofd en gesproken werd van massahysterie. In 1987 kon men zich niet voorstellen dat dit soort ernstige dingen met kinderen kon gebeuren. Het enige positieve is dat veel geleerd is van de situatie in Oude Pekela. De doortastende aanpak in Amsterdam waar Robert M. in kinderdagverblijf ’t Hofnarretje 80 kinderen misbruikte is daar een voorbeeld van. Waarbij de belangrijkste adviezen uit Oude Pekela zijn: biedt houvast en steun aan ouders en houdt de leiding in één hand.

dinsdag 15 november 2011

Jeugdzorgen?


Een paar weken terug kreeg ik het boek Jeugdzorgen van René Clarijs toegezonden. René Clarijs is hoofdredacteur van het tijdschrift Jeugdbeleid en publiceert regelmatig boeken en artikelen in binnen- en buitenland.
Zoals ik al schreef in mijn blog van 23 mei j.l. wordt de komende jaren de jeugdzorg gedecentraliseerd naar de gemeenten. In deze publicatie oppert René tal van ideeën voor verbetering van de jeugdzorg. In de eerste column weet hij de lezer meteen al te pakken door eerst uitgebreid verhaal te doen van interviews met mannen en vrouwen die in de jaren '20- '30 in de vorige eeuw toevertrouwd waren aan de jeugdzorg en nu nog niet met droge ogen kunnen vertellen over het 'pedagogisch beleid' waarbij regelmatig lijfstraffen door de broeders werden toegepast. Vervolgens trekt hij de vergelijking met het huidige beleid van uithuisplaatsing van kinderen. Daarbij stelt hij de vraag of we over vijftig jaar ook zo naar deze praktijk terugkijken als we nu terugkijken naar het sanctiebeleid van de broeders. Tja.
In nog eens 66 columns levert hij kritisch commentaar op de jeugdzorg en op de politici en ambtenaren verantwoordelijk voor het jeugdbeleid. Met zijn ruime ervaring met de jeugdzorg, zijn gedegen kennis van de literatuur en ideeën opgedaan bij bezoeken aan jeugdzorginstellingen tijdens buitenlandse reizen, wordt het gebrek aan historisch besef en de naar binnen gerichtheid van de sector genadeloos blootgelegd. Daarnaast gebruikt hij deze kennis ook voor creatieve ideeën en doet tal van suggesties gedaan voor een nieuw jeugdzorgbeleid. Zijn grote aantal adviezen heeft een overdonderende werking waardoor de essentie enigszins verloren gaat, maar desondanks is de publicatie interessant voor bestuurders, politici en beleidsmakers in de jeugdzorg.

dinsdag 1 november 2011

Sta jij voor krachtgericht werken met kwetsbare mensen?


Op 4 oktober was ik voor de Binnenvest op de conferentie krachtgerichte basismethodiek in de opvang in Zeist. De bijeenkomst was bestemd voor medewerkers van de vrouwenopvang en de maatschappelijke opvang en ging over herstelwerk, in de vrouwenopvang krachtwerk genoemd, de nieuwe methodiek die in de sector wordt ingevoerd.

Inleider was Richard Goscha, hoogleraar aan de Universiteit van Kansas en grondlegger van de zogenaamde ‘strengthbased approach’ waarop herstelwerk is gebaseerd. Richard vertelde over het ontstaan van de krachtgerichte benadering in de Verenigde Staten. Zelf heeft hij ooit zwaar in de problemen gezeten, kampte met een depressie en was gestopt met zijn opleiding. Op een bepaald moment is hij daar toch uitgekomen, heeft zijn studie sociale wetenschappen weer opgepakt en is zich tenslotte is in gaan zetten om wat bij hem goed werkte onder de aandacht te brengen. Op basis van zijn persoonlijke ervaringen en gesprekken met cliënten heeft hij de krachtgerichte benadering ontwikkeld.
Zijn filosofie is:
- alle mensen kunnen herstellen
- focussen op krachten
- de relatie is essentieel
- leren van cliënten

Daarna was er een inleiding van Judith Wolf, hoogleraar Maatschappelijke Opvang bij de Universiteit Nijmegen, werkzaam bij de academische werkplaats. Zij hebben de ideeën van het krachtgericht werken naar Nederland overgebracht. Zij vertelde over de ontwikkeling van het krachtgerichte werken in Nederland. Op basis van literatuuronderzoek naar theorieën die werken kwamen zij terecht bij de strength based appraoch van Goscha. Vervolgens zijn zij dat in de praktijk gaan onderbouwen en hebben door onderzoek onder cliënten en medewerkers de methodiek verder ontwikkeld. Dit is uitgewerkt in een handleiding voor een krachtgericht begeleidingstraject dat bestaat uit de volgende stappen:
1. ontmoeten en aansluiten
2. inventariseren van krachten
3. inventariseren van kwetsbaarheden
4. doelen en actieplan
5. ondersteunen van herstel
6. evaluatie
7. afsluiting
Judith vertelde dat ze de methodiek van herstelwerk heeft voorgelegd aan cliëntenraden en daar positieve reacties op kreeg. Daarbij citeerde ze de reactie van de cliëntenraad van de Binnenvest.

In de visie van de cliëntenraad is Herstelwerk een goed stuk.
Met name omdat werkers met enige zelfreflectie naar het proces van hulpverlening (moeten) kijken en dat het actieplan op zich SMART is
Daarnaast is het goed dat een werker deel van het proces van zijn/haar client is zonder probleemeigenaar te zijn
Ook het punt van nazorg oogst waardering van de CR
De CR zou graag zien dat deze methodiek wordt geïmplementeerd.


Goed om te merken dat de cliëntenraad van de Binnenvest één van de meest actieve cliëntenraden in de maatschappelijke opvang is en dat ze zo positief zijn over de methodiek ingevoerd wordt.

Vervolgens was er een discussie met en cliënt, een begeleider, een stafmedewerker en een bestuurder. Steeds kwam in de discussie weer terug het belang van de relatie met de cliënt, aansluiten op krachten en het geven van de regie aan de cliënt. We hebben de neiging om te focussen op problemen terwijl het uitgaan van krachten en ambities veel motiverend en beter werkt. En mooi is dat dat nu ook nog eens wetenschappelijk onderbouwd is.

’s Middags hebben we in de workshops mogen oefenen met een krachteninventarisatie en heb ik nog deelgenomen aan een workshop over implementatie van herstelwerk wat misschien geen probleem is maar zeker een uitdaging om er voor te zorgen dat als medewerkers enthousiast terug komen van trainingen ervoor gezorgd wordt dat dat niet wegzakt en mensen de mogelijkheid krijgen en ondersteund worden om krachtgericht aan de slag te gaan.

Al met al een zinvolle dag met misschien niet heel veel nieuws, maar wel veel inspiratie. En gebaseerd op twee ijzersterke principes:
- als iets goed werkt doe het dan vaker
- als iets niet werkt stop er dan mee