maandag 18 april 2011

Ruimte voor de professional


Op dinsdag 12 april was ik op de conferentie Ruimte voor de professional want er stonden een aantal interessante sprekers op het programma.
In het onderwijs is de boodschap dat docenten meer gebruik moeten maken van hun professionele ruimte en hiertoe ook in gelegenheid gesteld moeten worden. Binnen jeugdzorg spelen gelijksoortige processen. Maar door de verantwoordingsplicht en de bureaucratisering zijn jeugdzorgwerkers meer met administratieve handelingen bezig zijn dan met de cliënt. Op deze conferentie is gekeken naar de rol van de professional zelf, het management en het bestuur/ de overheid binnen dit proces.
Na de opening door Karin Kleine, organisator van het congres, werd de bijeenkomst ingeleid door Doekle Terpstra, momenteel collegevoorzitter bij de Hogeschool INHOLLAND met als taak daar orde op zaken te stellen. Doekle vertelde dat hij aan docenten had gevraagd hoe hij de professionalisering vorm zou moeten geven, maar daarop geen antwoord heeft gekregen. Dat verbaasde me, maar misschien had hij deze vraag ook beter aan de studenten kunnen stellen, zij weten vast hoe zij willen dat het onderwijs eruit ziet en wat ze willen bereiken. Of aan de toekomstige werkgevers, de werkgevers in de jeugdzorg weten heel goed wat ze van aankomend professionals verwachten. Doekle is ook te rade gegaan bij de Raad van toezicht en heeft daar het advies gekregen om de wet op hoger onderwijs als voertuig te gebruiken om de professionalisering vorm te geven. Daar zag hij wel wat in. Ik kan me er niet zoveel bij voorstellen en ben benieuwd naar het resultaat.
De volgende spreker was Evelien Tonkens, hoogleraar actief burgerschap bij de Universiteit van Amsterdam. Evelien hield een buitengewoon interessante lezing. Zo maakte zij onderscheid in 4 soorten ondernemingen in de zorg. Ondernemingen gedreven door:
1. professionaliteit
2. bureaucratie
3. markt
4. populisme
Bij al deze ondernemingen horen andere waarden, ze hebben verschillende manieren van sturen en van verantwoorden. Zo kun je bij waarden denken aan
1.Dienstbaar aan de gezondheid
2.Dienstbaar aan procedures
3.Max. productie/ perverse prikkels
4.Gehoorzaam aan belastingbetaler
Evelien pleitte voor democratisch professionaliteit als oplossing tegenover de populistische uitdaging. En dit opbouwen vanuit ambachtelijkheid. Basis hiervoor is de menselijke neiging om een taak goed te doen omwille van de taak zelf. Daarbij gaat het om vertrouwen en geen volledige transparantie, om kwalitatieve verantwoording door intervisie en visitatie en de zg. breinaald in de cake methode: 2 weken per jaar gedetailleerd registreren en daarbuiten alleen globaal. Voor wie meer wil weten werd haar boek mondige burgers, getemde professionals aan te bevelen.
Als laatste spreker kwam Paul Frissen, hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg aan het woord. Paul hield een verfrissende lezing. Als je meer professionele ruimte wil betekent dat losmaken en kiezen voor autonomie. Professionals moeten zelf een nieuw beeld van professionaliteit ontwikkelen. Ze moeten opnieuw hun identiteit opzoeken en hun waarde als groep.
's Middags waren er nog workshops waarin verder is gediscussieerd over de lezingen en de dag werd afgesloten met een paneldiscussie.
Eén ding is zeker de professional heeft nog een hele weg te gaan en zowel de professional zelf, als het management en het bestuur hebben daarin een rol te spelen.

woensdag 13 april 2011

De mannen die mij hebben vermoord



Sommige dingen wil je niet weten, niet horen en niet lezen. Een paar weken terug kreeg ik het boek De mannen die mij hebben vermoord. Rwandese overlevenden van seksueel geweld van Anne-Marie de Brouwer & Sandra a Hon Chu toegestuurd om te recenseren. Hoe afschuwelijk het ook is, toch mogen we onze ogen niet sluiten voor de ervaringen waarover deze vrouwen en één man vertellen. Dit omdat we niet afzijdig kunnen blijven als (we vermoeden dat) zich weer zoiets voordoet.
In de honderd dagen van de genocide in Rwanda in 1994 zijn ongeveer een miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord en 250.000 tot 500.000 vrouwen en meisjes verkracht. Bijna 70% van de overlevenden is hiv-positief. Seksueel geweld is een strategie in de moderne oorlogsvoering. Waar het voor kort werd afgedaan als een privé kwestie is het nu erkend als misdrijf tegen de menselijkheid en een vorm van genocide. In deze publicatie vertellen zestien vrouwen en één man hun ervaringen met seksueel geweld tijdens de genocide. De verhalen zijn onvoorstelbaar gruwelijk en het is haast ondenkbaar dat deze mensen de kracht hebben te overleven met deze afschuwelijke ervaringen. Vaak hebben ze te kampen met ernstige gezondheidsproblemen, uitstoting wegens verkrachting en hiv, armoede en dragen de zorg voor kinderen en andere familieleden. De steun van lotgenoten is vaak het enige houvast. De aangrijpende verhalen zijn geïllustreerd met prachtige zwart-wit foto’s en maken een onuitwisbare indruk.
We kunnen het nu niet meer af doen als iets waar we niets mee te maken hebben, problemen die het land zelf maar op moet lossen, een privézaak of iets dat er nou eenmaal bijhoort in een oorlog. Verkrachting is een oorlogsmisdaad.

maandag 4 april 2011

Signs of safety: integrale behandeling bij kindermishandeling binnen het gezin en de ketensamenwerking


Signs of Safety is 'in'. Op 24 maart was ik op de studiedag, S.o.S. Signs of Safety, Solistisch of Systemisch georganiseerd door de sectie forensische systeemtherapie van de Nederlandse Vereniging van Relatie en Gezinstherapeuten (NVRG). Het was de tweede keer dat de NVRG deze studiedag organiseerde en ook nu hadden ze mensen moeten teleurstellen. In mijn blog van 18 januari 2010 schreef ik al over het boek veilig opgroeien van Turnell (2009) waarin de signs of safety aanpak beschreven staat. Deze studiedag ging over het gebruik van de principes van signs of safety bij de behandeling van kindermishandeling binnen het gezin en bij de ketensamenwerking . De aftrap werd gedaan door een groep patiënten/acteurs die in een aantal korte sketches lieten zien waar patiënten tegen aanlopen als instellingen niet samenwerken en hoe ze van het kastje naar de muur werden gestuurd omdat hun probleem niet precies in een bepaald vakje paste. Bij een goede ketensamenwerking moet in principe niemand buiten de boot vallen en zijn instellingen gezamenlijk verantwoordelijk voor de oplossing van het probleem of beter nog de problemen in het gezin. Signs of safety kan worden ingezet om de veiligheid in het gezin en dus het risico van kindermishandeling samen met het gezin in kaart te brengen (één gezin, één plan). Sander van Arum die in kort bestek helder en duidelijk de principes van signs of safety op een rijtje zette,had positieve ervaringen opgedaan met het organiseren van een gezamenlijke studiedag over signs of safety voor ketenpartners. Het gebruik maken van dezelfde taal en instrumenten kan de kloof tussen instellingen (psychiaters, thuiszorg, jeugdzorg, reclassering enz.) overbruggen en een bijdrage leveren aan de bestrijding van kindermishandeling. Later op de dag kregen we nog een uitgebreide toelichting op de zogenaamde veiligheidskaart, een middel om de signalen van veiligheid en onveiligheid in het gezin in kaart te brengen. En als laatste onderdeel van de dag konden we er daadwerkelijk mee oefenen in een rollenspel waar we als deelnemers een casus bespraken in een multidisciplinair team en verdeeld werden over de instellingen (thuiszorg, Bureau jeugdzorg, consultatiebureau, psychiater e.d.)
Signs of Safety staat momenteel erg in de belangstelling en dat is niet voor niets. Het is een niet beschuldigende aanpak die ouders betrekt in het opstellen van een veiligheidsplan voor het gezin. Ook bij ontkennende ouders kan het worden ingezet. 'Hoe gaan we er voor zorgen dat u niet meer vals beschuldigd kunt worden?' Het is een concrete manier om met gezinnen te werken en we zullen moeten ervaren hoe Signs of Safety een middel kan zijn om ook de ketensamenwerking te verbeteren. De eerste ervaringen zijn positief.