dinsdag 27 april 2010

Geheim geweld


Op 18 maart woonde ik de Kenniskring Kindermishandeling van het Raak overleg Zuid-Holland Noord bij. Spreekster was Hameeda Lakho en het thema van de bijeenkomst Huiselijk geweld, kindermishandeling en eerwraak. Hameeda Lakho (1964) werd in Pakistan geboren en kwam op vierjarige leeftijd samen met haar moeder en zussen naar Nederland in het kader van gezinshereniging. Kort daarna meldde haar vader dat hun moeder en jongste zusje waren omgekomen bij een auto-ongeluk. In werkelijkheid had hij hen afgevoerd naar Pakistan. Jaren van terreur, vernederingen, isolement en mishandelingen dwongen Hameeda op jonge leeftijd het huis te ontvluchten. De Pakistaans-Nederlandse schrijfster Hameeda Lakho (1964) wil met haar persoonlijk verhaal de aandacht vestigen op de wereldwijde slachtoffers van kindermishandeling, zodat hun stem gehoord wordt. In haar boeken Verborgen Tralies (2000), Gebroken Cirkel(2003) en Geheim Geweld (2005) beschrijft ze haar zoektocht naar zichzelf en laat zien dat er onder alle omstandigheden hoop is. Dat er nog hoop is wordt onmiddellijk duidelijk als je deze vrouw ziet staan,die ondanks de beroerde omstandigheden waarin ze opgroeide een enorme kracht uitstraalt. Ze weet haar persoonlijke ervaringen te verbinden met de theorie over kindermishandeling en om te zetten in duidelijke adviezen voor hulpverleners. Zo geeft zij aan dat ze het psychische geweld veel ernstiger vond dan het lichamelijke geweld en dat vooral dat veel tijd heeft gekost om te verwerken. Pas toen ze uit huis ging werd het voor haar echt moeilijk. Ze moest het alleen zien te redden,in het kindertehuis werd er niets met haar ervaringen gedaan en voelde ze zich niet gehoord. Ze pleit ervoor zowel met ouders als met kinderen te praten. In het gesprek met de ouders is het centraal stellen van de ontwikkeling van het kind een goede ingang om op een niet confronterende manier met hen in gesprek te gaan en te bekijken hoe samengewerkt kan worden zonder dat het gezin zich sluit. Daarnaast is het ook van belang het kind serieus te nemen en met het kind te praten over zijn ervaringen, wensen en mogelijke oplossingen.

maandag 19 april 2010

Gebruik maken van clientenfeedback


In 2004 heb ik bij Stichting Alexander het cliëntenfeedbackinstrument voor de jeugdzorg ontwikkeld, de C-toets. Een groot aantal instellingen in de jeugdzorg werkt met dit instrument. Tevredenheid van klanten is naast verminderde uitval en realisatie van doelen één van de drie criteria om vast te stellen of de hulp effectief is. Door gebruik te maken van dit instrument kunnen instellingen vaststellen wat cliënten vinden van de hulp en waar verbetering mogelijk is. Het gaat dus niet alleen om het meten van de tevredenheid en een mooi rapport maar vooral om wat daarna komt. Wat doet de instelling met de resultaten? De meeste instellingen hebben de neiging de resultaten eerst in het managementteam te bespreken en vervolgens is de rest van de organisatie. Veel beter is om het precies andersom te doen. De resultaten eerst in de cliëntenraad, jongerenraad, ouderraad te bespreken. Cliënten te vragen of zij de resultaten herkennen en ideeën hebben voor verbetering. Dat levert vaak al heel veel informatie op. De volgende stap is bespreking van de resultaten in de teams. De informatie uit de raden kan gebruikt worden en teams kunnen afspraken over verbeterpunten. De laatste stap is bespreking in het managementteam. De verbeterpunten uit de teams kunnen meegenomen worden in de planning & controlcyclus en er kunnen verbeterpunten die de hele organisatie aangaan aan worden toegevoegd zoals bijvoorbeeld verbetering van de informatievoorzieniing. Op deze manier blijft het niet bij het meten van de tevredenheid van cliënten. Want het is leuk als de instelling een rapportcijfer 7 krijgt van cliënten, maar het is natuurlijk niet de bedoeling om vervolgens achterover te gaan leunen.

maandag 12 april 2010

Vraaggericht of oplossingsgericht werken?


In 2003 publiceerde ik het boek Vraaggericht werken in de jeugdhulpverlening. Het boek is gebaseerd op de kennis en ervaring die ik als manager van het 'Project vraaggericht werken' in Zuid-Holland tussen 1999 en 2001 heb opgedaan.
Inmiddels zijn we zeven jaar verder en de ontwikkelingen hebben niet stilgestaan. Steeds vaker valt de term oplossingsgericht werken. En wat is nu het verschil of de overeenkomst tussen vraaggericht werken en oplossingsgericht werken?
Het antwoord is dat hulpverlenen begint met vraaggericht werken en vervolgt met oplossingsgericht werken. Vraag- en oplossingsgericht werken sluiten perfect op elkaar aan. Vraaggericht werken betekent aansluiten bij de hulpvraag van de cliënt, vragen naar de mening en beleving van de cliënt over het probleem en over de hulp. De volgende stap is oplossingsgericht werken. Niet het probleem, maar de oplossing komt centraal te staan. Wat gaat goed, ook al is het nog zo klein, en hoe kun je dat uitbreiden? Wat is het doel van de hulp? In de gangbare hulpverlening wordt veel aandacht besteed aan het achterhalen van de oorzaak van problemen. Maar de oorzaak zegt vaak niets over hoe je het probleem op moet lossen. Veel beter is te kijken wanneer het probleem minder is of niet bestaat. Wat doet de cliënt dan? Het gaat erom tot in detail met de cliënt uit te zoeken hoe het zit. Dus vraaggericht oplossingsgericht aan de slag. Zoals Insoo Kim Berg, één van de grondleggers van het oplossingsgericht werken het verwoord: De goede relatie tussen de hulpverlener en de cliënt is de basis waarop het bouwen van oplossingen kan plaatsvinden, maar die relatie creëert geen verandering. Iets doen aan het probleem creëert de verandering, niet erover praten. Erover praten is maar een begin. Wat de cliënt daarna anders doet, creëert de verandering (wordt vervolgt).

dinsdag 6 april 2010

Voetstappen op de trap


Vorige week kreeg ik Voetstappen op de trap. Slachtoffers van kindermishandeling vertellen hun verhaal van Kees Opmeer toegestuurd om te recenseren voor Biblion.
Jaarlijks zijn ruim 100.000 kinderen slachtoffer van kindermishandeling. Van die kinderen overlijden er vijftig. En nog geen vijftigduizend van hen komt bij de hulpverlening.
De auteur is via hulpverleningsorganisaties in contact gekomen met slachtoffers die hun verhaal wilden vertellen. Verhalen over verwaarlozing, lichamelijke mishandeling, seksueel geweld en geestelijke mishandeling zoals pesten en kleineren. Zestien slachtoffers van kindermishandeling zijn geïnterviewd en hun ervaringen zijn verwerkt tot levensechte verhalen. Zestien aangrijpende en buitengewoon schokkende verhalen, die een indringend beeld geven van hun ervaringen. Maar ook verhalen van slachtoffers die het overleefd hebben en in staat waren over hun ervaringen te praten. Waarmee zij laten zien dat zij over veel kracht, moed en doorzettingsvermogen beschikken, ondanks alle ellende. Dat er altijd hoop is, wat iemand ook meemaakt.