dinsdag 25 maart 2014

Waarom cliënten betrekken bij de transformatie van de jeugdzorg en wat zijn succesfactoren?


Met de transitie en transformatie van de jeugdzorg willen we een verbetering van de zorg voor jeugd doorvoeren. Betere zorg, dichter bij huis, voor minder kosten met gebruik van de eigen kracht van jeugdigen en gezinnen. De cliënt centraal is het adagium. Toch wordt er vaak niet aan gedacht om cliënten te betrekken bij de vormgeving van het nieuwe stelsel. Waarom is dat eigenlijk belangrijk en hoe kunnen gemeenten dat het beste aanpakken?

Duurzame veranderingen komen alleen tot stand samen met de mensen om wie het gaat

Vanuit het LOC Zeggenschap in Zorg ga ik regelmatig op pad met cliënten om bestuurders en ambtenaren te informeren over het belang van cliëntenparticipatie en de visie van cliënten op goede zorg. En dan merk ik dat mensen aan het denken worden gezet.
Zo komt het echt heel dichtbij,’ zei een wethouder op bijeenkomst na het verhaal van een cliënt. ‘Ik ga cliënten in mijn gemeente ook eens om advies vragen.’
Want wie kun je beter betrekken bij de transformatie van de zorg dan ouders en jongeren zelf? Zij weten wat het is om in de jeugdzorg om gebruik te maken van de jeugdzorg en wat werkt en wat niet. Als we hulp op maat willen bieden zullen we toch moeten weten wat cliënten belangrijk vinden in de zorg?

Succesfactoren
Het betrekken van cliënten bij beleid wordt door gemeenten soms lastig en ingewikkeld gevonden. Het is misschien ook niet altijd eenvoudig, maar kan wel veel opleveren als je het perspectief van de cliënten meeneemt in de transformatie van de zorg.
Uit ervaringen bij verschillende gemeenten blijkt dat het een succesfactor is om doelgroepen apart te benaderen. Dus zeker niet de cliënten van de WMO en de jeugdhulp samen, want dat gaat over echt iets anders. En ook de verschillende cliëntgroepen apart benaderen. Cliënten uit de jeugdzorg, GGZ , LVB, ouders, pleegouders en jongeren hebben allemaal hun eigen verhaal. Om cliënten succesvol te laten participeren is het nodig dat verhaal te horen, echt te luisteren en het persoonlijke gesprek voeren in een informele/ kleinschalige setting. Van belang is om het gesprek goed voor te bereiden en beleid concreet te vertalen naar ervaringen op cliëntniveau en de ervaringen die je daar hoort ook weer te vertalen naar beleid. Je zult zien dat zo’n avond veel meer impact heeft dan het lezen van dikke onderzoeksrapporten.

‘Ik heb zeven gezinsvoogden gehad, daarvan heb ik er vijf nooit gezien, maar ze beslissen wel over mijn leven’
Dit zei een jongere op een bijeenkomst van de gemeente over de transformatie. Zo’n opmerking vergeet je niet. Alleen door goed naar cliënten te luisteren en het cliëntenperspectief serieus mee te nemen in de beleidsontwikkeling kunnen we daadwerkelijk de zorg vernieuwen en transformeren. Effectieve zorg is immers zorg die aansluit op de behoeften en wensen van cliënten.

Voor wie is het nu nog de vraag of we ouders en jongeren moeten betrekken bij de transformatie?

maandag 10 maart 2014

Geef hulpverleners de ruimte om buiten de lijntjes te kleuren



‘De organisatie moet hulpverleners de ruimte geven om buiten de lijntjes te kleuren.’ Dit zei een cliënt met wie ik vorige week sprak over de risicoregelreflex in de jeugdzorg, op verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In november 2013 verscheen de publicatie ‘Risico-regelreflex in de jeugdzorg?’ Voor deze analyse zijn gesprekken gevoerd met deskundigen uit de jeugdzorg. Het ministerie vroeg zich af of cliënten de overreactie in de jeugdzorg ook herkennen en of ze ideeën hebben hoe kan dat kan worden tegengegaan. Daarom ging ik in gesprek met cliënten.

Regels en administratie
Cliënten herkennen de overreactie zeker. Omdat de hulpverlening veel tijd kwijt is aan administratie, blijft er te weinig tijd over voor ouders en voor de jongere. En ze vinden dat ook niet nuttig, want van alle papierwerk dat ze binnenkrijgen weten de cliënten het meeste al en een groot deel is achterhaald. ‘Het is echt vervelend om 7 jaar lang iedere keer weer dat scheidingsverhaal te moeten lezen terwijl dat alweer 10 jaar geleden is’, aldus een cliënt.
Je bent erg afhankelijk van de hulpverlener die je krijgt en de manier waarop de hulpverlener zijn werk invult, vertellen de cliënten. Het liefst willen cliënten af van al die regels. De regels zijn bedacht voor de veiligheid, maar zorgen er uiteindelijk voor dat er minder aandacht is voor de cliënt. En dat het daardoor minder veilig is.

Positieve uitzonderingen
Er zijn ook positieve uitzonderingen. Een cliënt gaf het voorbeeld van een hulpverleenster die niet negen maanden wachtte totdat haar zoon aan de beurt was voor een persoonlijkheidsonderzoek, maar op zoek ging naar een extern bureau die dat ook kon doen. Hierdoor kreeg haar zoon sneller de juiste behandeling. Een andere cliënt vertelde dat haar gezinsvoogd wél de hele middag met haar en haar zoons uittrok om te bespreken hoe het ging. Het kan dus wel.

Professionele ruimte
Het is belangrijk om hulpverleners de ruimte te geven het werk in te vullen op hun eigen manier, zodat ze samen met cliënten op zoek kunnen gaan naar de beste oplossing voor dit kind en dit gezin. ‘Hulpverleners moeten niet te veel in het gareel lopen’, zei een cliënt. De overheid is al lang bezig met het verminderen van de regeldruk in de jeugdzorg. Maar de cliënten hebben er nog niets van gemerkt. Kent u goede voorbeelden van organisaties die medewerkers de ruimte geven om samen met cliënten te zoeken naar oplossingen? Of die de benodigde administratie tot een minimum hebben beperkt?