dinsdag 18 december 2018

Wat is een goede jeugdhulpverlener?


Laatst was ik op een afscheidsbijeenkomst van een collega in de jeugdhulp en zij vroeg aan haar ervaren collega's wat volgens hen een goede hulpverlener is en wat succesfactoren zijn voor effectieve hulp. Een interessante vraag, want aan hulpverlener wordt bijna nooit gevraagd wat zij een goede hulpverlener vinden. Kijken hulpverleners anders naar effectieve hulp dan cliënten en wetenschappers?

Wat vinden ouders en jongeren een goede hulpverlener?
Cliënten weten heel goed wat ze belangrijk vinden. De ideale hulpverlener is volgens jongeren van het Jeugdwelzijnsberaad (organisatie van jongerenraden in de jeugdhulp) respectvol, betrokken, eerlijk, voorbereid op het werk, heeft levenservaring, is op tijd, serieus, aardig, positief, motiverend, enthousiast, kan goed luisteren, kijkt ‘om het dossier heen’, ziet en benoemt kwaliteiten, is complimenteus, laat me in mijn waarde, ziet iedereen als individu, maakt ruimte voor uitzonderingen, heeft geen negen-tot- vijf-mentaliteit, heeft voorbeeldfunctie, doet wat-ie zegt, durft in te grijpen bij agressie, is goed geschoold, ervaringsdeskundig, neemt initiatief, is mentaal sterk, kindvriendelijk, checkt of je goed geplaatst bent, staat stevig in de schoenen, is rustig.
Ouders zitten op de zelfde lijn. Soms zeggen ouders dat de ideale hulpverlener ook van dezelfde cultuur moet zijn, wat ouder moet zijn en/of zelf kinderen moet hebben. Toch is er dan altijd wel een ouder die vertelt over die ene hulpverlener, die wit en jong was, geen kinderen had en de cliënt toch goed begreep. ‘Zij luisterde tenminste en oordeelde niet meteen, daar had ik echt wat aan.’
Het gaat om het contact, de mate waarin het de hulpverlener lukt om zich in te leven in de situatie van de ander, en of de hulpverlener ‘er is’ voor de ander.

Wat zegt de wetenschap ervan?
De wetenschap is het eens met cliënten dat het belangrijkste het contact, de relatie tussen cliënt en hulpverlener is. Op basis van literatuurstudie zijn tien aspecten onderscheiden van de ideale hulpverlener met betrekking tot de relatie. Het gaat om de volgende aspecten: deskundigheid aandacht, betrokkenheid, begrip, steun, acceptatie, echtheid, empathie, warmte. Wat dat betreft zitten wetenschappers op dezelfde lijn als cliënten.

En de hulpverleners?
Ook ervaren hulpverleners weten wat belangrijk is en ook zij leggen daarbij de nadruk op de relatie: contact, aansluiten, respect, betrouwbaar, echt zijn, veilig, goed luisteren, ruimte voor het verhaal, niet oordelen, oprechte complimenten, een vast persoon die er voor jou is en je ziet en hoort, aansluiten op de belevingswereld, en daarnaast benadrukken ze ook het belang van niet loslaten, contact houden, volhouden, betrekken van het netwerk en dat er ook ruimte moet zijn voor gezelligheid en humor.(zie plaatje)

En als we er het dan allemaal over eens zijn, hoe komt het dan dat het toch niet altijd lukt om effectieve hulp te bieden? Eén van de doelen van de Jeugdwet die in 2015 inging is meer ruimte voor de professional. Krijgen en nemen hulpverleners wel voldoende ruimte om samen met cliënten te doen wat nodig is?

Meer lezen?
Welling, M. (2018) Cliënt centraal in de jeugdhulp. Van visie naar aanpak. BOOM Amsterdam
Inkijkexemplaar: https://www.boomhogeronderwijs.nl/product/100-7395_Client-centraal-in-de-jeugdhulp

woensdag 23 mei 2018

Seksueel misbruik in de sport


Seksuele intimidatie komt overal voor: na de Rooms-Katholieke kerk en de jeugdzorg is er sinds kort ook aandacht voor seksueel misbruik in de sport. Dat is niet voor niks. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 1 op de 8 sporters aangeeft slachtoffer te zijn geweest van matig tot ernstig misbruik.


Zwemster
Kort geleden kreeg ik de publicatie Onderwater van Ela Hutten toegestuurd om te recenseren. In deze vlot geschreven publicatie vertelt Ela, een talentvolle zwemster, hoe ze vanaf haar elfde jaar wordt ingepalmd door haar trainer, seksueel misbruikt en zo gemanipuleerd dat ze het met niemand - zelfs niet met haar ouders - durft te bespreken.

Op haar 14e komt het uit en doet ze aangifte. De pleger weet de zaak jarenlang te vertragen en krijgt uiteindelijk een taakstraf. In deze publicatie wordt duidelijk hoe door de afhankelijkheid van de trainer kinderen kwetsbaar zijn voor misbruik en hoe belangrijk het is dat sportclubs hier aandacht voor hebben. Ook wordt duidelijk dat een juridische procedure niet altijd het gewenste resultaat oplevert omdat daar de rechten van de pleger centraal staan en niet het psychische leed van het slachtoffer.

Onderzoekscommissie
Uit het rapport van de Onderzoekscommissie Seksuele intimidatie en misbruik (NRC 12 december 2017) blijkt hetzelfde: slachtoffers het soms moeilijker wordt gemaakt dan daders. Niet alleen door obstakels in het vervolgproces, capaciteitsgebrek bij de politie, rechterlijke instanties en het OM, maar ook door onduidelijkheid en laksheid bij sportclubs. Meldingen van wangedrag leiden zelden tot effectieve vervolgstappen en als er al strafrechtelijke of tuchtrechtelijke procedures worden ingezet, dan zijn de maatregelen en sancties in de meeste gevallen mild.

Preventie
Sportclubs in Nederland moeten veel actiever worden bij de bestrijding van misbruik. En gemeentes zijn niet alleen verantwoordelijk voor accommodaties, maar moeten sportclubs daar ook op aanspreken.