dinsdag 28 mei 2019

Wat helpt het jou? Over zelfbeschadiging van jongeren

Afbeelding van Free-Photos via Pixabay

Op 23 mei nam ik deel aan de Van Krevelenlezing en woonde daar een presentatie bij over zelfbeschadiging van jongeren. De prestatie werd gegeven door Nicky Verduyn en Kirsten Hauber, een ervaringswerker en een behandelaar/ onderzoeker bij Youz.

Het komt vaak voor, maar niet meer dan vroeger
Zelfbeschadiging komt regelmatig voor bij jongeren in de jeugdhulp. In de lezing ging het specifiek over zelfbeschadiging zonder de intentie om suïcide te plegen. Hoewel het meer onder de aandacht is de afgelopen jaren, komt zelfbeschadiging niet vaker voor dan vroeger. Dat wil niet zeggen dat het weinig voorkomt. In 2011 werden de directe medische kosten ervan geschat op 60 miljoen euro.

Aandachttrekkerij?
Het idee bestaat dat jongeren zichzelf vooral beschadigen om aandacht te trekken. Uit onderzoek blijkt dat het anders ligt. Zelfbeschadiging kent 6 doelen in volgorde van voorkomen:
1. Emotieregulatie
2. Zelfbestraffing
3. Anderen beïnvloeden
4. Anti dissociatie
5. Anti suïcide
6. Spanning zoeken

Negatieve copingstijl
Met name emotieregulatie is een belangrijke reden voor jongeren om zichzelf te beschadigen. Het beschadigen helpt om de emoties die hen overspoelen te dempen. Ervaringsdeskundige Nicky zag zelfbeschadiging als een vorm van verslaving. Het hielp haar haar boosheid te reguleren. Uit onderzoek blijkt dat jongeren die zichzelf beschadigen een negatieve copingsstijl hebben en zichzelf overal de schuld van geven.

Het cliëntenperspectief
Zelfbeschadiging is een onderwerp dat boosheid en machteloosheid op kan roepen bij professionals. Afkeuren of bestraffen van jongeren die dit gedrag vertonen gaat echter niet helpen. Het gaat erom om het perspectief van de jongeren op het probleem en op de oplossing te achterhalen. Als je jongeren die zichzelf beschadigen wilt helpen is het van belang erachter te komen wat de functie ervan is. Het is belangrijk het gesprek aan te gaan en open vragen te stellen met een niet veroordelende en neutrale houding. Als je met de jongeren kunt uitzoeken welk functie dat heeft in zijn/ haar leven, wat het effect is op zijn of haar leven, de voor- en nadelen, dan kun je samen kijken wat zou helpen om er mee te stoppen.

Mentaliseren
Belangrijk is dat deze jongeren leren mentaliseren, het gedrag van zichzelf en anderen leren begrijpen en verklaren vanuit achterliggende gevoelens, gedachten en motivatie. En daarnaast leren positief te herlabelen van gebeurtenissen en te focussen op andere zaken. Voor ervaringsdeskundige Nicky werkt het goed om haar emoties te reguleren door te schrijven, door zichzelf toe te staan ongenuanceerd alle boosheid op papier te zetten en daardoor letterlijk van zich af te schrijven.


Meer lezen?
Welling, M. (2018) Cliënt centraal in de jeugdhulp, BOOM Amsterdam
Inkijkexemplaar: https://www.boomhogeronderwijs.nl/product/100-7395_Client-centraal-in-de-jeugdhulp

donderdag 16 mei 2019

Wat weten we over Jeugdzorg plus?


In 2017 werden 2710 jongeren opgenomen in een JeugdzorgPlus voorziening / gesloten jeugdzorg, de meest intensieve vorm van jeugdhulp. Het gaat om jongeren met ernstige gedragsproblemen die zonder behandeling een risico voor zichzelf of de omgeving vormen. Om hulp te kunnen bieden en onttrekking aan de zorg te voorkomen mag JeugdzorgPlus beperkende maatregelen toepassen. Maar wat weten we eigenlijk van de effectiviteit van deze vorm van hulp?

Jeugdzorg met een plus
Door Biblion kreeg ik de publicatie Jeugdzorg met een plus toegestuurd om te recenseren. De publicatie is geschreven door Coen Dresen en Lieke van Domburgh, beiden betrokken bij de jeugdzorg plus. Zij geven een overzicht van de kenmerken van jongeren die worden opgenomen, de werkzame factoren en de inbedding van JeugdzorgPlus in het zorglandschap. Ook wordt beschreven op welke terreinen er nog kennis ontbreekt om deze jongeren effectief te helpen. De tekst is geïllustreerd met casuïstiek.

Wat we wel en nog niet weten over de meest intensieve vorm van jeugdhulp
In de publicatie wordt duidelijk dat de effectiviteit van opname afhankelijk is van een aantal factoren: zorgvuldige besluitvorming bij opname; een veilig en positief leefklimaat op de leefgroep; individuele interventies gericht op de jeugdige èn op het gezin; methodisch groepswerk waarbij de nadruk ligt op fasering, positieve bekrachtiging en shared-decision making; onderwijs en zeker ook vervolgzorg.
Van deze effectieve factoren is zeker niet altijd sprake volgens ervaringsdeskundigen en ook separatie komt regelmatig voor in de jeugdzorg plus. Separatie is schadelijk en traumatisch blijkt uit onderzoek, en het maakt jongeren vaak zieker in plaats van beter. Hoe vaak het voorkomt weten we niet, want dat wordt niet bijgehouden en daardoor heeft de inspectie er ook geen zicht op.

Sluit depressieve kinderen niet op maar geef ze liefde
Dit zegt Jason Bhugwandass (21) ervaringsdeskundige in een artikel in de Volkskrant van 8 februari jl. die zelf ook te maken heeft gehad met de gesloten jeugdzorg. Hij wordt hierbij ondersteund door onderzoek. ‘Repressie veroorzaakt stress bij zowel jongeren als medewerkers, leidt vaak tot meer probleemgedrag en belemmert de effectiviteit van de behandeling’, stelt Sophie de Valk in haar proefschrift Under Pressure – Repression in Residential Youth Care.

Actieplan voor betere zorg kwetsbare jongeren
De oproep van Bhugwandass kreeg gehoor en inmiddels is er een actieplan met als doel: geen gedwongen afzondering meer, een preventieplan tegen zelfdoding en minder onnodige verplaatsingen van kwetsbare jongeren. Met deze en andere maatregelen moet de gesloten jeugdhulp flink verbeteren, stellen de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in een actieplan.

Ervaringsdeskundigen
Een nieuw plan, oké, maar wat opvalt in positieve zin, is dat niet alleen professionals maar ook ervaringsdeskundigen aan de slag gaan om voor 1 oktober 2019 een gezamenlijk beeld van een positief leef-, leer- en werkklimaat formuleren. Dat is nog eens een goede actie, want wie weet beter dan jongeren die het zelf hebben meegemaakt wat goed gaat werken? Wat hen heeft geholpen hun leven op de rit te krijgen en wat niet? Ik kijk er naar uit, want zeker zo'n ingrijpende vorm van hulp moet toch een beter effect hebben dan niets doen.


Meer lezen?
Welling, M. (2018) Cliënt centraal in de jeugdhulp, BOOM Amsterdam
Inkijkexemplaar: https://www.boomhogeronderwijs.nl/product/100-7395_Client-centraal-in-de-jeugdhulp

donderdag 2 mei 2019

Waar gaat het goed gaat in de jeugdhulp?


Problemen in de jeugdzorg zijn onverminderd groot
Er is nauwelijks verbetering in de zorg voor kinderen. Ze staan lang op wachtlijsten als ze acute zorg nodig hebben en zitten onverminderd thuis omdat er geen goede plek op school is. Dat constateert kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer (AD 26 maart 2019). Met de decentralisatie van de jeugdhulp is de zorg voor ouders en kinderen ingrijpend veranderd. Nu - bijna 3 ½ jaar na de transitie - is het stof nog niet neergedaald en lijken de problemen zich op te stapelen.

Ouders en kinderen steeds meer uit beeld
Het idee dat met de decentralisatie van de jeugdhulp alles beter zou gaan, blijkt niet te kloppen. En eigenlijk wist iedereen dat ook van te voren. Zo'n grote verandering gaat niet vanzelf en het kost tijd en geld om dat goed te organiseren. Geld dat er niet was, de transitie ging gepaard met forse bezuinigingen. Alle aandacht is gegaan naar de inrichting van het systeem en ouders en kinderen steeds meer uit beeld zijn geraakt.

Een nieuwe visie
Wat nu? Hoe transformeer je de jeugdhulp naar effectieve hulp voor ouders en kinderen die dat nodig hebben? De neiging is om te roepen om een nieuwe visie. Maar het probleem is niet de visie. De visie in de Jeugdwet: 1 gezin, 1 plan; ruimte voor de professional, hulp op maat etc. Prima visie, niks aan doen. Het gaat om de uitvoering van de hulp. Daar gaat het mis. Er zijn regels en protocollen, verantwoordingssystemen en dat alles maakt dat hulpverleners en cliënten niet de mogelijkheid hebben om samen te kijken wat er aan de hand is en wat nodig. Want voor goede hulp draait het daar om. We moeten op zoek naar goede voorbeelden. Voorbeelden van waar het wel goed gaat.

Transformeren kun je leren
Mooi werk ontstaat niet in beleidsplannen, maar in het werk zelf, zei Hans Vermaak op de bijeenkomst Transformeren kun je leren op 8 april jl. Veranderen gaan meestal formeel en van bovenaf, maar als je echt wil transformeren is het belangrijker om voorwaarden te scheppen. Want als je professionals spreekt die goed resultaat hebben geboekt in complexe casussen hoor je termen als 'gewoon'. Luisteren naar cliënten, aanpakken wat als eerste nodig is, collega's bellen om zaken te regelen en je niet gek laten maken dor regels protocollen en procedures. Dus wat volgens Vermaak nodig is dat we niet van ‘bovenaf’ doelstellingen bedenken en dicht timmeren, maar beginnen vanuit het werk en nieuwsgierig samen met professionals ontdekken waar het goed gaat, waar het beter kan en welke doelstellingen en acties daarbij horen. Waarbij de volgende vragen steeds centraal staan: ‘Doen we de dingen goed’ en ‘doen we de ‘goede’ dingen’?



Meer lezen?
Welling, M. (2018) Cliënt centraal in de jeugdhulp, BOOM Amsterdam
Inkijkexemplaar: https://www.boomhogeronderwijs.nl/product/100-7395_Client-centraal-in-de-jeugdhulp