maandag 29 augustus 2016

Groeiende hulpvraag als neveneffect van preventie


In 2007 maakten naar schatting 14% van alle minderjarigen gebruik van enige vorm van geïndiceerde zorg of speciaal onderwijs. De vraag blijft groeien. Het Volkskrant-artikel Waarom werd zij nooit behandeld? van 5 juli 2016 laat zien dat de jeugdzorg die vraag niet altijd aankan. Het NRC meldde op 18 juni 2016 in Vaker diagnose die niet klopt bij hoogbegaafden dat volgens sommigen sprake is van overbehandeling en overdiagnosticering in de geestelijke gezondheidszorg. Anderzijds blijkt uit onderzoek van Unicef dat Nederlandse kinderen de gelukkigste ter wereld zijn. Hoe kan dat?

Mechanismen achter de groei

Het lezen van de publicatie 'Kwetsbare kinderen. De groei van professionele zorg voor jeugd' van Nelleke Bakker gaf mij voor een deel antwoord op die vraag. Die publicatie geeft namelijk inzicht in de mechanismen achter de groei van de zorgconsumptie. Nelleke Bakker is hoofddocent historische pedagogiek aan de Rijksuniversiteit in Groningen en beschrijft de geschiedenis van de preventieve zorg voor kinderen vanaf de 19e eeuw.
Die preventieve zorg was aanvankelijk vooral medisch georiënteerd met de strijd tegen kinderpokken, het ontstaan van de schoolgezondheidszorg (schoolartsen), bestrijding van tuberculose (tbc) met gezonde buitenlucht en het ontstaan van vakantiekolonies. Na het uitroeien van pokken en tbc verschuift de aandacht naar de geestelijke gezondheid van kinderen in de 20e eeuw. De opkomst van het psychiatrisch perspectief in de opvoeding, de institutionalisering en professionalisering van kleuterzorg en de opkomst van het Medisch Opvoedkundig Bureau (MOB) dragen hieraan bij.
Na de Tweede Wereldoorlog is er geen aandacht voor wat kinderen in die periode hebben meegemaakt. Wel is er meer specifieke aandacht voor het ‘zenuwachtige’ kind en zorg voor kinderen met leerproblemen. Dat is niet toevallig want de aandacht voor leerproblemen ging samen met de vestiging van de academische orthopedagogiek, speciaal onderwijs en onderzoek naar hersenziekten.

Diagnoses als neveneffect


Wat me echter vooral opviel, is dat Bakker laat zien hoe in de loop der tijd diagnoses veranderen van zenuwachtigheid, via minimal brain disfunction (MBD) naar ADHD; hoe het vullen van bedden van ‘vakantiekolonies’ voor ‘zwakke’ kinderen een doel op zich werd. En hoe het aanbod van speciaal onderwijs de vraag ernaar stimuleerde. Zo heeft de preventief bedoelde zorg dus als neveneffect dat sneller wordt ingegrepen of doorverwezen.
Je kunt toch niet tegen preventie zijn, zou je zeggen. Baat het niet, dan schaadt het niet. Maar oplettendheid hierbij is wel belangrijk. Het idee van preventie is dat het de groei van de geïndiceerde zorg tegen moet gaan. Maar door het preventiestreven zijn professionals een steeds grotere rol gaan spelen in het kinderleven en een groot deel van de kinderen heeft een diagnose. Preventie is prima en soms is snel ingrijpen nodig om erger te voorkomen. Maar we moeten ouders niet het gevoel geven dat kinderen zeer kwetsbare wezens zijn die bijna niet op te voeden zijn zonder professionele begeleiding.

Deze blog verscheen eerder op Kennisnet Jeugd