over nieuws, discussies en publicaties in zorg, welzijn en onderwijs
vrijdag 11 oktober 2013
De decentralisatie van de jeugdzorg, zoveel deskundigen, zoveel meningen
Op 7 oktober was in de Westergasfabriek in Amsterdam het Voor de Jeugd Festival, samen naar 2015. Geen festival voor jongeren, maar een dag lang workshops, lezingen en presentaties over de decentralisatie van de jeugdzorg voor gemeenten, zorgaanbieders, onderwijs-, branche-, beroeps- en cliëntorganisatie. Wat is nodig om in 2015 ieder kind en gezin de juiste zorg te bieden op de juiste plaats op het juiste moment? Naast een inspiratiemarkt met marktkraampjes van allerlei organisaties die betrokken zijn bij de jeugdzorg waren er maar liefst 89 activiteiten die een aspect hiervan belichtten.
Halen we 2015? zijn we er klaar voor?
Als eerste woonde ik een gesprek bij waar Fons van de Poel in gesprek ging met Martin van Rijn (staatssecretaris) en Annemarie Jorritsma (voorzitter VNG). Eén ding werd duidelijk, 2015 gaan ze halen, die datum is nodig om snelheid te creëren. Ze zijn al sinds 2009 bezig, het loopt goed en de gemeenten zijn er klaar voor. Kritische vragen zoals van de kinderombudsman over het tempo van de transitie, de ervaringen in Denemarken met een dergelijk stelsel die niet overwegend positief waren en de bezuiniging van 15-20% op het budget, het gaat allemaal goed komen en als de bestuurders nog ergens van wakker lagen - wat ze volgens hun zeggen weinig deden - dan was het dat men teveel zou blijven hangen in regels en protocollen en onvoldoende de kwaliteit van de hulpverlening centraal zou stellen, de angst voor teveel regels en onbedoelde perverse prikkels. De wens van de bestuurders was dat de jeugdhulp beter aan zou sluiten bij wat mensen nodig hebben. De transitie zou voor hen geslaagd zijn als meer preventief gewerkt zou worden, minder gemedicaliseerd, meer hulp op de juiste plek. Dat willen we allemaal wel, maar niet iedereen is zo optimistisch als de bestuurders.
Veiligheid voor en door kinderen
Daarna volgde ik een lezing bij Peter van der Laan, hoogleraar reclassering. Hij had goed nieuws: het aantal geweldsdelicten daalt. Jammer dat hij zelf de cijfers niet helemaal geloofde, want uit zelf rapportage van jongeren blijken de criminaliteitscijfers al jaren stabiel. Tja. Alleen sluiten we nu niet alle jongeren meer op in jeugdgevangenissen, maar jongeren met ernstige gedragsproblemen in gesloten inrichtingen. Verder daalt het aantal ondertoezichtstellingen iets, maar voogdij neemt weer toe, dus ook wat dat betreft ook geen nieuws. Hij maakte zich wel enige zorgen over de transitie en was erg benieuwd hoe de gemeenten straks gaan inkopen bij de gecertificeerde organisaties, of de prijs leidend zou worden en in hoeverre dat van invloed zou zijn op de kwaliteit. Want onduidelijk is hoe het verder gaat met het landelijk toezicht en ook de rechtspositie van jongeren en ouders was volgens hem nog nergens geregeld.
Tenslotte is het van belang dat gemeenten ook aandacht besteden aan kinderen van gedetineerde ouders, met name moeders, omdat zij vaak de primaire opvoeder zijn en om bij detentie te bekijken wat dat betekent voor de kinderen. Het is sowieso een aandachtspunt om als iemand wordt opgepakt na te gaan of er ook kinderen zijn en hoe het daar mee is. Dat blijkt in de praktijk nog niet altijd het geval te zijn.
Transitie: De baby niet met het badwater weggooien
Daarna gaf Martine Delfos (bio psycholoog) een lezing. Volgens Martine is een groot probleem van deze tijd dat steeds meer ouders uit elkaar gaan. Inmiddels eindigt 40 - 50% van de huwelijken in echtscheiding. Kinderen hebben ouders nodig die beschikbaar zijn, waar ze zich aan kunnen hebben hechten. Echtscheiding heeft invloed op dit hechtingsproces, op het gevoel van veiligheid dat kinderen hebben. Zij hield een pleidooi om mensen te helpen relaties te versterken. Het klinkt allemaal ouderwets, maar dat is het zeker niet want kinderen van gescheiden ouders hebben meer problemen dan kinderen van ouders die bij elkaar blijven en of het nou hetero- of homoseksuele relaties zijn, maakt daarbij niks uit. Een aandachtspunt in ieder geval voor de gemeenten. En misschien ook ondersteuning in de relatie van gescheiden ouders, want met name na de scheiding lopen de conflicten vaak zo uit de hand dat de kinderen er onder leiden.
Taal over domeinen heen
Deze lezing werd gegeven door Anouk Op het Veld en ging over taal. Zij begeleidt een traject over gemeenschappelijke taal bij de veranderingen rondom Jeugd, WMO, Participatie en Passend Onderwijs. Hoe je iets zegt, bepaalt hoe je iets ziet. Zij had de werkende bestanddelen van de verschillende decentralisaties naast elkaar gelegd en was zo gekomen tot gezamenlijke principes (bakens) van het sociaal domein
- eigen kracht
- vraag achter de vraag
- integraal
- dichtbij
- gewoon is weer gewoon
- ruimte en rekenschap professional
- eigen verantwoordelijkheid
Als je dezelfde taal spreekt en weet wat dat je gezamenlijk bepaalde veranderingen beoogt kun je zien waar overlap is en effectiever (samen)werken. Taal is een interessante en bruikbare invalshoek die trouwens ook zeer ondersteunend kan zijn in het overbruggen van verschillen tussen de beroepsgroepen LVB, GGZ en Jeugdzorg die na de decentralisatie moeten gaan samenwerken.
De nieuwe jeugdwet en het kinderrechtenverdrag
Marc Dullaert, kinderombudsman, maakt zich er sterk voor dat de rechten van kinderen worden gerespecteerd. Hij maakt zich in tegenstelling tot de bestuurders, wel zorgen over de transitie.
Waarover?
1. Over het tempo. 31 oktober moeten de transitiearrangementen klaar zijn en hij vraagt zich af of de uitgangspunten van de transitie zoals 1 kind, 1 gezin, 1 regisseur, hulp dichtbij huis enz. wel gerealiseerd worden.
2. (net als van der Laan) Dat de overheid geen zicht meer heeft hoe het met kinderen gaat (kwaliteit en effectiviteit). Hij pleit voor data verzamelen.
3. Wie is verantwoordelijk als het misgaat? De staat of burgemeester en wethouders? De staat blijft mede verantwoordelijk voor kinderrechten.
4. Inkoop van zorg. Dat vooral de goedkopere, lichtere zorg wordt ingekocht en te weinig specialistische zorg. Het recht op zorg is uit de wet gehaald.
5. Grote verschillen tussen gemeenten en het ontstaan van zorgnomaden - gezinnen die naar een andere gemeente vertrekken waar een bepaald zorgaanbod wel beschikbaar is. Verschillen zijn prima tot een zeker niveau, in de randstad zijn andere wensen dan op het platteland.
6. Ellenlange bezwaarprocedures bij het afwijzingen van een verzoek om zorg.
7. Preventief, op maat en bezuinigen. Als je reorganiseert kost dat geld. Pas na enkele jaren zie je een efficiency voordeel.
Jammer dat nu niet van Rijn en Jorritsma aan tafel zaten om hun reactie op deze zorgen te geven.
Flessenpost
Op het einde van de dag kregen we dan eindelijk de kans om de mening van jongeren te horen over de decentralisatie. Deze workshop was georganiseerd door het jeugdwelzijnsberaad , een uitwisseling tussen jongerenraden van jeugdzorg instellingen in Nederland. In juni bezorgden zij flessenpost bij verschillende gemeente bestuurders met de 10 punten waar zij zich zorgen over maken.
1. Veiligheid
2. Gelijke kansen
3. Informatievoorziening
4. Goede professionals
5. Netwerk
6. Ambulante hulp
7. Nazorg
8. Korte trajecten
9. Inspraak
10. Onszelf
Op de website van het jeugdwelzijnsberaad is de toelichting op deze onderwerpen te vinden(zie http://www.jeugdwelzijnsberaad.nl).
Vervolgens keken we - onder begeleiding van jongeren die zelf ook in de jeugdzorg zaten - welke 2 van de 10 punten wij als deelnemers het belangrijkste vonden - netwerk en goede professionals - en hebben dat uitgewerkt.
Goed dat de jongeren hun zorgen hebben kenbaar gemaakt bij de gemeenten en ik ben heel benieuwd wat de gemeenten er mee gaan doen en of het jeugdwelzijnsberaad nog antwoord krijgt op de zorgen en de vragen die ze daarover aan de gemeentebestuurders hebben gesteld.
Al met al een interessante en afwisselende dag, waarop de verschillende aspecten van de decentralisatie de revue zijn gepasseerd, maar ook wel duidelijk werd dat er tal van meningen zijn over wat nog moet gebeuren wil op 1 januari 2015 ieder kind de juiste zorg, op de juiste plek, op de juiste tijd krijgen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten