maandag 24 januari 2011

Schoolmaatschappelijk werk kan voortijdig schoolverlaten voorkomen


Het schoolmaatschappelijk werk kan een bijdrage leveren aan het voortijdig schoolverlaten en de daarmee samenhangende risicofactor om in de criminaliteit te belanden. Onder voortijdig schoolverlaten verstaan we alle jongeren tot 23 jaar die de school (voortijdig) hebben verlaten zonder startkwalificatie. Een startkwalificatie is een HAVO of VWO-diploma of een diploma op MBO niveau twee. Een startkwalificatie is nodig om een kans te maken op de arbeidsmarkt. En het is van belang alles op alles te zetten dat jongeren een diploma halen.
Bekend is dat verschillende factoren risico verhogend kunnen werken om vroegtijdig de school te verlaten (van de Berg en Jaarsma 2010): sekse (vooral jongens), gezin en omgeving (lager sociaal economische status), etniciteit (eerste generatie allochtonen), cognitie (minder goede resultaten en een lager schooladvies), beperkingen, stoornissen(zoals ADHD) en persoonlijkheid (impulsiviteit impulsiviteit, aandachtsstoornissen, gebrekkige sociale vaardigheden, gebrekkige zelfcontrole en hyperactiviteit).
Taak van het schoolmaatschappelijk werk is problemen te signaleren en hulp te bieden om schooluitval te voorkomen.
Er zijn drie typen schooluitvallers te onderscheiden.
‘Opstappers’. Tot deze categorie worden uitvallers gerekend die een bewuste keuze maken om de school te verlaten. Hierbij is er niet echt sprake van een probleem of problemen. Deze uitvallers verlaten de school om bijvoorbeeld te gaan werken.
‘Niet kunners’. Tot deze categorie worden uitvallers bedoeld die over te weinig leercapaciteiten en leervermogen beschikken om een diploma te behalen. Ook worden gedragsstoornissen tot dit type gerekend.
‘Overbelasten’. Tot deze laatste categorie worden uitvallers gerekend die, zoals het woord al doet vermoeden, overbelast zijn. Hiermee wordt bedoeld dat zij gebukt gaan onder een opeenstapeling van verschillende problemen. Vaak zijn dit psychosociale problemen, die uiteen kunnen lopen van gedragsproblemen tot gebroken gezinnen. Het is meestal niet zo dat deze groep uitvallers hun diploma niet wil halen, maar door opeenstapeling van problemen niet kan halen. De combinatie tussen deze problemen en het behalen van goede schoolresultaten is dan teveel gevraagd, met schooluitval als gevolg.
Het schoolmaatschappelijk werk kan jongeren die kampen met risicofactoren of tot één van de drie typen behoren een aanbod doen en begeleiden door middel van individuele gesprekken, gesprekken met ouders en/of gezinsgesprekken. Per situatie wordt gekeken wat nodig is, maar over het algemeen worden ouders erbij betrokken omdat de ervaring is dat de problemen van de jongeren en gezin samenhangen en dat de ouders op zijn minst het hulpaanbod moeten ondersteunen. De schoolmaatschappelijk werker werkt outreachend, hij gaat als dat nodig is op huisbezoek. De schoolmaatschappelijk werker zit in de school, docenten kunnen leerlingen direct aanmelden, de hulp kan vaak binnen een week en op de school worden geboden en de hulp die de schoolmaatschapppelijk werker kan bieden gaat verder dan de begeleiding die de school kan geven doordat het gezin erbij wordt betrokken. De hulp is inzichtgevend en praktisch, de schoolmaatschappelijk werker werkt samen met ouders en jongeren en kan bijvoorbeeld jongeren inzicht geven in hun gedrag en leren er meer grip op te krijgen, opvoedvaardigheden van ouders versterken en consultatie geven aan leraren. Kortom: schoolmaatschappelijk werk werkt preventief voor voortijdig schoolverlaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten